Vragen over 2013.
Tijdens de begrotingsvergadering heeft Lagere Lasten Burgers diverse zaken aan de orde gesteld.
Lagere Lasten Burger miste een aanzet tot meerlaagse veiligheid: de invloed op de ruimtelijke ordening en de rampenorganisatie. Is er voor elk gebied een veiligheid die even hoog moet zijn?
Ook wenst LLB een betere beheersing van de investeringen. Dit zijn in hoofdzaak: herinvestering in verband met de economische veroudering. Wij missen de onderbouwing in zulke gevallen. Is het altijd nodig, of zijn er alternatieven. Dit heeft als gevolg stijgende afschrijvings- en rentekosten. Dit kan nog jaren doorgaan en drukt op de exploitatie van hoeveel komende jaren. Een lager investeringsniveau met name voor gemalen en oevers en kaden is noodzakelijk. Lagere Lasten Burger meent ook dat door betere beheersing van het waterpeil in polder en boezem hier inhoud aan kan worden gegeven. Een ommekeer in denken.
Ook wenst Lagere Lasten Burger zo gauw als mogelijk is te beschikken over een alternatief voor het dure oevers en kaden verhaal. Straks alles op hoogte: dit had ook goedkoper gekund. Wij noemen voortstuwers en peilgestuurde drainage. Wij willen een robuuster watersysteem: nu 7,7 mm afvoer terwijl 10 mm nodig is, voor voldoende ruimte om te handelen in de toekomst.
Het personeelskostenniveau willen wij liever als apart agendapunt, dit is belangrijk genoeg. Wij missen hierin een ontwikkeling van de vertrekkende personeelsleden die vaak een hogere beloning hebben dan de mensen die in dienst komen. Vaak was er sprake van oude rechten bij de oude waterschappen, acceptatie in een lagere rang maar met behoud van bezoldiging, uitloopschalen, extra schalen, hogere. Dat geldt niet voor de opvolger. Dat kost haast een miljoen euro in 2017. Ook de accountant noemt het niet en dat had wel gemoeten.
